“Nihao Mao”: Beijing en de Chinese Muur

Na ons geweldige verblijf in Xi´an gingen we met hoge verwachtingen naar Beijing. Wellicht iets te hoge verwachtingen. De treinreis was ca. 4 uur (1080 km). Aangekomen in Beijing moesten we een kwartier wachten op onze gids. Zij bracht ons in een moordend hoog tempo naar de bus en toen naar ons hotel. Het hotel had een fraaie lobby, maar daar was alles mee gezegd. De kamer was één grote teleurstelling. We hadden een Family room geboekt en betaalden hiervoor dubbele prijs. Dit hield in: één tweepersoonsbed en een harde slaapbank die we zelf nog moesten opmaken. Onze reisgenoten hadden niet veel betere kamers. De kamer voor 2 personen met 2 aparte bedden bracht uitkomst, aangezien dit twee grote bedden zijn. Wij ruilden van kamer en zo konden we nog enigszins fatsoenlijk slapen. Kamerdeuren gingen moeizaam open, maar de kastdeuren hield je in de hand zodra je de kast opende. Airco deed het niet. Het was niet stuk hoor, maar centraal zo geregeld dat deze pas in werking gaat vanaf 1 juni. We hadden dus een gratis sauna, want buiten was het 28-30 graden. Verder ook nog enige tocht- en schimmelplekken. De oplossing van het hotel: een selfie-stick. Right… we zullen een mooie recensie schrijven op Trip-Advisor. Maar terug naar de reis.

We vonden een leuk Chinees restaurant vlakbij het hotel. Hier werden we zeer vriendelijk te woord gestaan en geholpen. Het eten was verrukkelijk. Een verademing na de eerdere ervaring met het hotel!

De volgende dag hadden we een druk programma. We begonnen op het plein van de Hemelse Vrede (herinner je die iconische foto?). Het plein is echt heel groot. Er kunnen 1 miljoen Chinezen staan. Hier sprak Boris de legendarische woorden: “Nihao Mao” toen hij de foto van Mao zag hangen. Rondkijken op het plein kon gedurende 5 minuten om een foto te maken. Nu laat ik me niet graag opjagen, dus we hebben rustig de wisseling van de wacht bekeken. Daarna snel door naar de Verboden Stad. De stad is opgebouwd volgens de Feng Shui principes, dus aan het begin zag je geen groen. Later in de tuin wel. Ook hier bleef de gids een tempo aanhouden alsof ze de marathon moest lopen. We hadden al meerdere malen aangegeven dat we rustig wilden rondkijken en foto’s maken en niet langs alles te willen rennen. Als groep besloten we bij mekaar te blijven en wat de gids deed.., dat moest ze zelf maar weten. Uiteindelijk begreep ze de hint en bleef ze af en toe wachten. De Verboden Stad bevat prachtige gebouwen, maar ik kon er niet echt van genieten aangezien je continu geduwd werd en teveel mensen het nodig vonden om Adam en Boris aan te raken of foto’s van hen te maken. Dit gaf hen een zeer ongemakkelijk gevoel. Oh, en met aanraken bedoel ik in het gezicht, op de wang, of over hun bol aaien. Continu moest ik zeggen: “Tāmen búyào!” Ook onze gids had hier nogal een handje van. Zeer vermoeiend.

Na het bezoek aan de Verboden Stad gingen we local eten. Dat was een uitdaging. 😊

Vervolgens gingen we naar de Tempel van de Hemel. Het complex bestaat uit een grote ronde hal waar voor de goede oogst werd gebeden, de hal van keizerlijke onthouding (voordat de keizer aan een ceremonie mocht deelnemen moest hij 3 dagen vasten), het open altaar van de hemel en bijgebouwen. Ook dit waren weer prachtige gebouwen, maar er werd veel geduwd. Dit komt naar mijn idee ook mede door het feit dat er dan slechts enkele gebouwen “opengesteld” zijn. Dit houdt in dat de deur van het gebouw open staat, en op 2 meter van de deur staan de hekken waar je achter moet blijven. Iedereen wil dus ongeveer op hetzelfde punt staan om naar binnen te kijken.

’s Avonds gingen we pizza eten. Ook lekker voor de verandering.

Na weer een tropische nacht vertrokken we vrij vroeg naar het Zomerpaleis. Dit ligt aan een groot, kunstmatig meer. Het Zomerpaleis is jarenlang door de keizer gebruikt als buitenverblijf tijdens de zomer wanneer het te warm werd in de stad. De keizer die het paleis liet bouwen, was erg gecharmeerd van Suzhou, en daarom is dit deels nagebouwd.  Sinds 1998 staat het Zomerpaleis met haar tuin op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Wanneer iemand tegen mij zegt dat je een paleis gaat bezoeken, denk ik dat je er deels in mag. Maar nee, je werd hier ruim op afstand van het gehele gebouw gehouden. Daarnaast nam onze gids denk ik ook een korte route, want we moesten natuurlijk wel op schema blijven…. Maar de bijgebouwen en de omgeving waren erg mooi.

En toen de bus in, richting de Chinese Muur. Dit was voor mij wel de belangrijkste reden om naar Beijing te gaan. Na ruim 1.5 uur rijden kwamen aan. We gingen eerst lunchen en toen met de stoeltjeslift de berg op. Je moet in de stoeltjeslift gewoon niet teveel nadenken…, en als je al gaat nadenken, bedenk dan hoe vaak het goed gaat 😊 We hadden zoveel geluk met de luchtkwaliteit, waardoor we ver konden kijken! De Muur is indrukwekkend. Bijna niet onder woorden te brengen. Het stuk waar wij waren was vrij steil. Niet dat de kinderen hier last van hadden, want zij sprongen gewoon op en neer op de trappen. Wat ik dan weer heel eng vond, want aan veiligheidshekken doen ze hier niet echt. Heel dapper gingen we een stuk omhoog wandelen. En toen ik boven was en me omdraaide… besefte ik me dat ik ook weer naar beneden moest. Nadat ik  met knikkende knieën ook weer de steile trap was afgekomen met Adam’s morele ondersteuning gingen we de berg af met een slee (toboggan). Veilig beneden wilden de jongens dolgraag weer met de lift omhoog om weer met de slee naar beneden te kunnen.

De Muur.
De Muur.

Na het plunderen van de souvenirshop gingen we terug naar Beijing. We kwamen middenin de spits terecht, waardoor de trip een stuk langer duurder. We besloten om weer bij het Chinese restaurantje te eten waar we de eerste dag hadden gegeten.

En na wederom een tropische nacht, moesten we heel vroeg ons bed uit om de trein naar Shanghai te pakken. In 4 uur en 40 minuten (1215 km) waren we op het station van Shanghai. Lang leve de snelle trein.